‘Spekgladde fietspaden en rotonde verrassen strooiteam Oss’, kopte het Brabants Dagblad gisteren. Het is glad in Nederland. In ieder geval in Brabant. Gemeenten doen hun best om de wegen ijsvrij te houden, maar op sommige stukken is dit lastig. Stel nu dat je te maken krijgt met een ongeval op een gladde weg of op een glad trottoir. Hoe zit het dan met de aansprakelijkheid?
Woningeigenaar
Een woningeigenaar is niet verplicht de stoep en oprit voor zijn huis sneeuwvrij te houden. Ook is hij niet (snel) aansprakelijk als iemand door de gladde stoep voor zijn woning ten val komt. Een woningeigenaar kan bijvoorbeeld aansprakelijk worden gehouden als hij willens en wetens gladheid heeft veroorzaakt. Bijvoorbeeld door zijn auto bij vriesweer te wassen of als hij een glijbaan heeft gemaakt door water over de stoep te sproeien.
Voorheen was dit anders. Tot het jaar 2007 hadden woningeigenaren de plicht om de stoep en de oprit van hun woning sneeuwvrij te houden. Deze plicht was opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente.
Gemeente
De Gemeente heeft een inspanningsverplichting om gladheid te bestrijden. Een gemeente geeft echter voorrang aan autowegen, busbanen en fietspaden. Er zijn dan ook niet gauw mogelijkheden om je schade te verhalen bij een gemeente als je gevallen bent op een gladde stoep.
Gladheid vormt namelijk geen gebrek aan de weg waarvoor de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk is. Er zijn uitzonderingen, bijvoorbeeld als de gemeente zelf regels opstelt omtrent een ‘Beleidsplan gladheidbestrijding’ of een ‘Strooiplan’ opstelt. De gemeente moet zich daar in beginsel dan ook wel aan houden. Bij gladheid door weersomstandigheden op het wegdek speelt ook een rol wat de weggebruiker zelf kon weten en verwachten. Verder speelt de vraag of de gemeente op de hoogte had moeten zijn en of de gemeente dan had moeten waarschuwen of andere maatregelen had dienen te nemen.
Een zaak waar werd gekeken of de gemeente zich had gehouden aan haar eigen beleidsplan voor gladheidsbestrijding speelde in 2010 bij Rechtbank Assen. Centraal in deze zaak stond een slachtoffer dat ten val kwam bij een bushalte, omdat het glad was. De gemeente had hier niet gestrooid en ook niet voor gladheid gewaarschuwd. Desondanks was de gemeente niet aansprakelijk, omdat het beleidsplan voor gladheidsbestrijding op een goede manier was gevolgd.
Ondernemers
Werkgevers, winkeliers en restauranthouders hebben wettelijk een zorgplicht voor hun werknemers en bezoekers. Dit houdt in dat zij in beginsel verplicht zijn ervoor te zorgen dat er bij gladheid maatregelen worden genomen om valpartijen tot op zekere hoogte te voorkomen. Wij zeggen tot op zekere hoogte, omdat deze plicht niet zo ver gaat dat bijvoorbeeld een winkelier haar parkeerterrein altijd (volledig) sneeuw- en ijsvrij moet houden. Het enkele feit dat werknemers, bezoekers of klanten door gladde weersomstandigheden uitglijden, leidt niet automatisch tot aansprakelijkheid. Dit hangt steeds af van de omstandigheden van het geval. Op druk bezochte plekken en dichter bij de ingang wordt aansprakelijkheid sneller aangenomen.
Een zaak waarin dit aan de orde was ging over een bezoekster die uitgleed bij IKEA. Vaststond dat de bezoekster voor in het voetgangersgebied in de directe nabijheid van de winkel was gevallen. De vloer was namelijk glad, doordat het had geijzeld. Het gerechtshof oordeelde dat IKEA twee fouten had gemaakt. Zo had zij de gladheid onvoldoende bestreden. Daarnaast had IKEA onvoldoende toezicht gehouden. Daarbij speelde onder meer een rol dat IKEA toezicht diende te houden op de veiligheid van de toegang tot haar vestiging, te meer nu er sprake was van zichtbare gladheid. Ook speelde een rol dat er veel bezoekers de IKEA bezoeken. Deze beoordeling van het gerechtshof is in stand gebleven bij de Hoge Raad.
Meer weten? Neem gerust contact met ons op.