‘’Ombudsman: zelf straffen OM gaat ten koste van slachtofferrechten’’, berichtte de NOS deze week.
Zodra de politie een strafzaak doorstuurt naar het Openbaar Ministerie (hierna: OM) voor verdere vervolging, staat het OM voor een keuze. Simpel gezegd moet het OM, in de persoon van de officier van justitie, beslissen om iemand wel of niet verder te vervolgen. In het verleden was het zo dat de officier van justitie kon beslissen een straf te eisen. De strafrechter legde vervolgens een straf op. Dat onderscheid is voor bepaalde feiten echter losgelaten. Sinds het jaar 2008 heeft het OM de bevoegdheid om zonder tussenkomst van een rechter straffen op te leggen.
Strafbeschikking door OM
Het OM kan voor sommige strafbare feiten namelijk een strafbeschikking opleggen. Hiermee kan het OM verschillende soorten straffen opleggen, zoals een geldboete, een taakstraf of een schadevergoeding. Het opleggen van gevangenisstraf is niet mogelijk. Daarom is dit regime niet geschikt voor strafbare feiten waarvoor een celstraf passend is.
Dit systeem zorgt ervoor dat rechtbanken worden ontlast en kosten worden gedrukt. Tegelijkertijd kan het er ook toe leiden dat slachtofferrechten in het gedrang komen. Het slachtoffer is immers niet aanwezig bij een zogenaamde OM-zitting over een strafbeschikking. In het NOS-artikel wordt besproken dat er bovendien verschillende signalen worden opgevangen waaruit blijkt dat er zelfs zedenmisdrijven (waarvoor spreekrecht geldt) op deze wijze worden afgedaan.
Onze ervaringen
Gelukkig hebben wij dat laatste nog niet meegemaakt, maar wij zien wel steeds vaker dat gekozen wordt voor afdoening door het OM met een strafbeschikking, terwijl daarvoor wat ons betreft contra-indicaties zijn. De oproep van de ombudsman om hier kritisch op te zijn en te blijven, kunnen wij daarom enkel onderschrijven.
In alle gevallen waarin wij twijfelen of een strafbeschikking de juiste wijze van afdoening is, raden wij het slachtoffer in ieder geval aan een klacht niet-vervolging ex artikel 12 Sv in te (laten) dienen.
Opvallend is dat dit meer dan eens succesvol was. Wij betreuren dit enorm. Dit is niet alleen omdat het slachtoffer daarmee onnodig met alles extra wordt geconfronteerd en het strafproces meer tijd kost. Dit is ook omdat een gang naar het gerechtshof nog voordat een strafrechter inhoudelijk over de zaak oordeelt, juist afbreuk doet aan hetgeen waarvoor de strafbeschikking in het leven is geroepen: het ontlasten van de rechtspraak.
Meer weten?
Ben je slachtoffer geworden van een gewelds- of zedenmisdrijf? Neem dan vrijblijvend contact met ons op om de mogelijkheden van rechtshulp te bespreken.